Bert en Truus Jansen 110
'Ze hebben mazzel, er is nog nét een plekje op het bejaardenveldje', meldde Bert. Hij was bij de receptie geweest voor een kampeerplek voor schoonmama.
'Bejaardenveldje? Waar dan?', vroeg Truus.
'Achter het zwembad. Mooi plekkie.'
'Het zal. Andere plekken hadden ze niet meer?'
'Nee, dat zei ik toch? Alles is vol. Ik heb moeten praten als Brugman.'
'Jij als Brugman? In het Frans?'
'Schat, ik heb een plek geregeld. Verder geen vragen stellen.'
'Bert heeft een plek kunnen regelen voor Ma en Wim', vertelde Truus niet zonder trots aan Suus.
'Kijk, die kerel van jou is een kanjer.'
'Nou ja, kanjer. Dat is wel heel veel eer. Maar soms is hij best slim.'
'Dat heeft Sjors dan weer niet', lachte ze.
'Hoorde ik iets over een kanjer?', vroeg Bert toen hij de voortent uitkwam.
'Ja, dat jij nog een plek hebt weten te regelen', antwoordde Suus.
'Ach ja, gewoon een kwestie van beetje druk zetten. En onder druk wordt alles vloeibaar!', lachte hij.
'We kunnen zo wel even kijken', stelde Truus voor.
'Dan loop ik mee. Sjors! Loop je ook mee?'
'Waarheen?', vroeg hij.
'Inspectie van de gouden plek die Bert voor zijn schoonmoeder heeft geregeld.'
'Hier is het.' Bert bleef bij een open plekje staan. Pal achter het zwembad.'
'Dit? Is dit het zogenaamde bejaardenveldje? Met die herrie?', riep Truus ontzet.
'Inderdaad, wel wat lawaaierig Bert', vond Sjors.
'Daar hebben de bejaarden geen last van hoor', zei Bert.
'Hoezo geen last van! Man wat een kabaal!!'
'Schatje, op elk gehoorapparaat zit tegenwoordig een aan-en-uit knop.'
Bart